#WoW deel 16: menselijk

Zij zingt de sterren van de hemel met een energie waar ik van zweef. Zo voelt het dus, sterrenlopen. J. en ik zijn, met 498 anderen, bij Wende te gast in Haarlem. Ze beneemt me de adem en laat tranen opwellen in mijn ogen. Net genoeg om niet over het randje te lopen. Na even knipperen is mijn zicht weer helder.

De woorden, en de manier waarop zij ze zingt, geven mijn gedachten en gevoel weer. Ze trekt mij mee haar wereld in. Haar teksten zijn pareltjes op zich en laten haar hartstocht en menselijkheid zien. En dus voor mij geen mooier woord van de week dan die van vandaag:

Menselijk: 1) Humaan 2) Humanitair 3) Kinderlijk 4) Liefderijk 5) Mens zijnde 6) Menslievend 7) Mens-zijnde 8) Natuurlijk 9) Niet barbaars 10) Sociaal 11) Vriendelijk 12) Welwillend 13) Wezenlijk 14) Zacht 15) Zachtzinnig

Bron

Om maar even een paar voorbeelden te noemen: ‘Voor wie de hoop heeft opgegeven / Als een zieke kameraad / Voor wie en iedereen is hier een plek’ uit het lied Troostzoekers. In Jij idiote dood zingt zij: ‘Geliefd en niet / Ik zal hebben geleefd / Soms tegen mijn zin, toch niettemin / Ik zal hebben geleefd’. En in Laat het mij zijn klinkt: ‘Laat mij het zijn / Die overblijft wanneer je gaat / Zo ben jij het die wordt gespaard’. Over menslievend gesproken, zo mooi.

Aan het eind van de avond voel ik me betoverd. In de antraciete nacht, waarin de maan voller is dan vol, wandelen wij naar de auto. Dit gevoel wil ik behouden: ‘Hoe hou ik dit vast?’

J. houdt me vast. En dat is goed. Dat is genoeg. Het is méér dan goed genoeg.

#WoW staat voor Woord of the Week (voorheen Word on Thursday). Iedere woensdag kiezen Karin Winters en Irene Bertholee om beurten een woord waarover je iets kunt schrijven, vloggen of ploggen.

Lentelach

Hij haalde mij op uit de wachtkamer en ging mij voor naar de behandelkamer. Ik deed mijn jas uit, bril af, legde mijn tas op de stoel en als vanzelf begaf ik mij in de richting van de appeltjesgroene behandelstoel.

Hij liep, half verscholen achter een mondkapje, ijsberend rond de stoel. Vanuit mijn ooghoeken zag ik hem afwisselend links en rechts opdoemen. De vergelijking met een roofdier, die de zwakke plekken van zijn prooi aan het inschatten is, drong zich aan mij op. Lijdzaam lag ik te wachten tot hij zou toeslaan. Ik had mezelf op voorhand, vier weken geleden bij het maken van de afspraak met zijn assistente, al overgegeven aan de nukken van de tandarts. Van de roofdierenhypothese bleef uiteindelijk niets overeind: de beste man doodde de tijd in afwachting van zijn assistente. Zij van wie men zegt dat het in haar ogen altijd lente is. Eenmaal samen klaarden zij de klus in mijn bovenkaak met gemak en bijna pijnvrij.

Buiten op de stoep van de praktijk dook ik met een goed gevulde kies  diep weg in mijn jas: met de 8 graden Celcius en de frisse noordenwind van vandaag is de lente hier nog ver weg. Door mijn bezoek van vanmiddag ben ik wel helemaal klaar voor mijn favoriete seizoen. En zodra rokjesdag zich aandient, lach ik met mijn witte benen mijn tanden ook met een gerust hart bloot.

Geven en een beetje nemen

‘Je bent hier voor de tiende keer, je mag een cadeautje uitzoeken.’ Met deze woorden, vriendelijk uitgesproken door de vrouw die voorbereidingen treft om mijn bloed af te nemen, ben ik ineens 45 jaar terug in de tijd.

Iedere herfstvakantie was het bij onze Rabobank ‘spaarweek’. Dé week van het jaar om je spaarpot te legen bij de bank. Die bekende Rabobankspaarpot waarvan alleen op de bank de sleutel lag om hem open te maken: in de vorm van een minion, zonder ogen en benen met een gleuf bovenop. Op een goudkleuring plaatje op de voorkant las je dat de pot eigendom was van de Rabobank.

Ieder jaar ging ik op een van de vakantiedagen met mijn moeder, broer en zus naar de bank. Om daar mijn zelfgespaarde dubbeltjes, stuivers en kwartjes luid rinkelend door de telmachine te zien gaan voelde bijna magisch. En daarna, als de klinkende munten omgezet waren in inktblauwe cijfers in mijn spaarbankboekje… Ja, daar ging het mij eigenlijk écht om: dan mocht ik een cadeautje uitzoeken! Trots als een pauw, niet zozeer om mijn gespaarde geld maar vooral om het presentje, liep ik aan de hand van mijn moeder terug naar huis. Het spaarbankboekje verdween, de Tienerrekening (met, in een speciaal ontworpen blauwe kartonnen koffer, mijn eigen bankpas en overschrijvingsformulieren!) kwam ervoor in de plaats. Ik denk dat ik daarna de spaarweek niet meer bezocht, misschien was ik (of voelde ik me) er ‘te groot’ voor.

Het apparaat links van me begint te piepen en brengt me terug in het hier en nu: de zak is vol, voor deze keer genoeg bloed gegeven. Ik bekijk het gesealde A4-tje met daarop allerlei presentjes, van paraplu tot badhanddoek, van notitieboek tot knuffel. Ik vind het gebaar sympathiek en tegelijkertijd niet echt nodig. Als donor doneer je eenmaal graag.

En toch kies ik er niet voor om van een presentje af te zien en een bijdrage te doen aan het Sanquin Research Fund. Dat kleine meisje van toen heeft gewikt, gewogen en de knoop doorgehakt. Met het standaard flesje water in mijn hand en een legpuzzel onder mijn arm loop ik naar de auto toe. ‘Geef’ staat op de zijkant van de mobiele afnamelocatie te lezen. Graag gedaan en dankjewel, denk ik. Tot de elfde keer.

(Trouwens, de mevrouw in de stoel naast mij kwam al voor de zesenzestigste keer bloed geven. Om mijn jubileum van tien hele keren even in perspectief te zetten.)

#Wow deel 12: Raar

Wat is raar, of eigenlijk, wat vind ik raar? Irene zet met haar keuze van het ‘woord van de week’ mijn raderen in beweging. Een kleine opsomming, niet in volgorde van belangrijkheid en/of irritatiegraad:

Zwerfafval.
Peuken op de grond.
In plastic verpakte komkommers.
Loslopende konijnen op het trottoir.
Een politicus die een collega ‘op zijn bek’ wil slaan.
Twee afgetrapte sokken op de grond voor een winkelpui.
Stug door telefonerende klanten aan een balie in diezelfde winkel.
Bromfietsen niet, maar brommende fietsers wel toegestaan op een fietspad.
Voor dag en dauw gedrapeerde handdoeken op een ligbed naast het zwembad.
Je koffiemok afdrogen met een theedoek, voor theebekers geen koffiedoek.
Mannen en vrouwen die evenveel verdienen en toch anders beloond worden.
Afgestudeerde studenten die uit een diep schulden-dal moeten klauteren.
Auto’s zonder knipperlicht
(of chauffeurs die het oranje lampje niet gebruiken).
Parkeerders die zich, voor hun auto, twee vakken toe-eigenen
(of asocialen die de invalidenparkeerplaats illegaal bezetten).
Groningers in gebarsten huizen.
Zwijgen is goud.
Maar waar.

En raar is af en toe gewoon hartstikke leuk!

Raar: 1) Afwijkend van de norm 2) Anders 3) Apart 4) Bedenking 5) Bespottelijk 6) Bevreemdend 7) Bijzonder 8) Bizar 9) Briek 10) Curieus 11) Draaierig 12) Dwaas 13) Eigenaardig…

#WoW staat voor Woord of the Week (voorheen Word on Thursday). Iedere woensdag kiezen Karin Winters en Irene Bertholee om beurten een woord waarover je iets kunt schrijven, vloggen of ploggen.

#Wow Terugkoppeling

Het woord van deze week is de Nederlandse vertaling van feedback: terugkoppeling. Op internet wemelt het van recensies en/of terugkoppelingen. Vakantieparken, dagjes uit, lezingen en zelfs bushaltes kunnen sterren toebedeeld krijgen, of daarnaar hengelen. Die terugkoppelingen zijn afkomstig van ontzettend tevreden óf grondig ontevreden gebruikers. De medemens die ‘het wel prima vindt’ zie ik niet vaak terug in de recensies. Zo iemand als ik. Ik vind het daarom lastig om op oordelen van anderen te leunen voordat ik een keuze maak. Zo ook met vakantiebestemmingen: de ene toerist is laaiend enthousiast en zijn of haar buurman heeft zich twee weken op dezelfde Franse camping zitten verbijten om toch alsjeblieft snel naar huis te mogen gaan. Gelukkig is daar nog altijd het reisbureau om ons de weg te wijzen.

Terugkoppeling (Feedbackeen evaluerende reactie achteraf
[Bron]

Als ik iets te mopperen heb, richt ik mij direct tot degene die iets zou kunnen doen om de situatie te verbeteren, dat kan het reisbureau zijn, de receptie van het kampement of de winkelier waar ik mijn inkopen doe. En anders hou ik het voor me. Het heeft geen zin om in het wilde weg te gaan roeptoeteren, het geeft onrust en je biedt de andere partij geen mogelijkheid om te reageren en/of de fout recht te zetten. Een terugkoppeling kan dus nut hebben, maar je moet wel goed in beeld hebben met wie je die koppeling tot stand brengt voor het beste resultaat.

Afbeelding van hanshess via Pixabay

Als schrijver vind ik het prettig om (opbouwende) feedback te ontvangen. Als blogger is het leerzaam om reacties op je posts te krijgen, soms zit daar feedback bij. Ook op schrijverswebsite 120w lezen we elkaars korte verhalen en reageren daarop. Om die reden ben ik daar begonnen te schrijven. De gegeven feedback, in bewuste bewoording, helpt mij. En ik merk dat ik er beter door ga schrijven. Want om het beeld, dat ik kraakhelder voor ogen heb, op papier te zetten, valt niet altijd mee. Een beetje sturing van medeschrijvers werkt verhelderend. Door een of twee woorden weg te laten, of juist toe te voegen, wordt mijn verhaal beter ontvangen.

Want dat is toch wat deze schrijver wil: aan de lezer duidelijk maken wat zij voor ogen heeft, zodat de lezer plezier beleeft aan het lezen. En daarna wil ik doorschakelen naar een hogere versnelling, op weg naar naar nieuwe blogs, verhalen of gedichten. En daarbij is de koppeling een onmisbare schakel.

#WoW staat voor Woord of the Week (voorheen Word on Thursday). Iedere woensdag kiezen Karin Winters en Irene Bertholee om beurten een woord waarover je iets kunt schrijven, vloggen of ploggen.